Onderzoek naar aangeboren aandoeningen en afwijkingen
Je kunt laten onderzoeken of de baby in je buik een aandoening heeft. Of een lichamelijke afwijking. We noemen dit prenatale screening. Er zijn 2 soorten onderzoek:
Je beslist zelf of je deze onderzoeken wilt laten doen.
De NIPT
Met de NIPT kun je laten onderzoeken of je baby downsyndroom, edwards¬syndroom of patausyndroom heeft. Je kunt de NIPT laten doen vanaf 11 weken zwangerschap. Doe je de NIPT? Dan doe je mee aan een wetenschappelijke studie (TRIDENT-2).
De 13 wekenecho en de 20 wekenecho
Met de 13 wekenecho en de 20 wekenecho kun je laten onderzoeken of de baby in je buik lichamelijke afwijkingen heeft. De echoscopist kijkt ook naar het vruchtwater. En ze kijkt of het kind goed groeit. Bij de 13 wekenecho is de baby nog klein, maar sommige, vaak ernstige afwijkingen zijn wel te zien. Bij de 20 wekenecho is de baby groter en zijn er meer details te zien. Doe je de 13 wekenecho? Dan doe je mee aan een wetenschappelijke studie (IMITAS).
Je beslist zelf of je deze onderzoeken wilt
Je verloskundige of gynaecoloog vraagt je bij je eerste bezoek of je meer wilt weten over deze onderzoeken. Als je dat wilt, vertelt ze je hier meer over in een uitgebreid gesprek. Daarna kun je zelf beslissen of je deze onderzoeken wilt.
Je krijgt van je verloskundige of gynaecoloog de folder ‘De NIPT’ en de folder ‘De 13 wekenecho en 20 wekenecho’.
Meer informatie
Op www.pns.nl/prenatale-screeningen vind je meer informatie over de screening op down-, edwards- en patausyndroom en de 20 wekenecho. Je vindt er ook een vragenlijst die je kan helpen om je eigen gevoelens en gedachten op een rij te zetten.
Je krijgt van de verloskundige of gynaecoloog ook een folder over deze onderzoeken. Deze folders kun je ook hier vinden: