Bloedonderzoek tijdens je zwangerschap
Bij je eerste afspraak vertelt je verloskundige of gynaecoloog over een bloedonderzoek. Je kunt dan te weten komen of de baby ziek kan worden omdat jij een infectieziekte hebt. Of door antistoffen in jouw bloed. Als dat zo is, kun je vaak tijdens je zwangerschap een behandeling krijgen om zo je baby te beschermen. Soms krijgt de baby een behandeling na de geboorte. Met zo’n behandeling is de kans kleiner dat de baby ziek wordt.
Bloedonderzoek vroeg in je zwangerschap
Het is belangrijk dat je het bloedonderzoek vroeg in de zwangerschap laat doen. Als het nodig is, kan een behandeling dan vroeg starten. Dit bloedonderzoek gebeurt alleen als jij daarvoor toestemming geeft.
Wat onderzoekt het laboratorium in je bloed?
Hieronder zie je welke dingen een laboratorium in je bloed onderzoekt. Daarna leggen we een aantal van deze onderzoeken uit:
Vaak onderzoekt het laboratorium ook:
Wat gebeurt er met de gegevens uit het onderzoek?
Zie hiervoor Gegevens uit het 12e weeks onderzoek.
Uitleg over het onderzoek naar bloedgroepen
Heb je in je bloed antistoffen tegen de bloedgroep van je baby?
Het kan zijn dat je baby een andere bloedgroep heeft dan jij. Tijdens de zwangerschap kunnen er bloedcellen van je baby in jouw bloed terechtkomen. Jij maakt dan antistoffentegen het bloed van de baby. Het kan ook zijn dat je deze antistoffen hebt gemaakt bij een vorige zwangerschap of bevalling. Of na een bloedtransfusie. Als jij antistoffen in je bloed hebt tegen andere bloedgroepen, kunnen jouw antistoffen het bloed van je baby afbreken. Als dat gebeurt, krijgt je baby bloedarmoede. Vindt het laboratorium antistoffen tegen andere bloedgroepen? Je verloskundige of gynaecoloog vertelt je dan wat er moet gebeuren.
Extra aandacht in week 27 als je bloedgroep Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief hebt
Heb je bloedgroep Rhesus D-negatief? Of Rhesus c-negatief? Je hebt dan een iets grotere kans dat je lichaam anti-stoffen tegen andere bloedgroepen gaat maken. Je krijgt daarom in week 27 nog een bloedonderzoek.
Heb je bloedgroep Rhesus D-negatief?
Ben jij Rhesus D-negatief? Dan kan je lichaam antistoffen gaan maken tegen het bloed van je baby. Daarom krijg je in week 27 van je zwangerschap nog een keer een bloedonderzoek. Het labora-torium onderzoekt of je lichaam anti-stoffen maakt en ook of je baby Rhesus D-negatief of Rhesus D-positief is.
Heb je bloedgroep Rhesus c-negatief?
Ben jij Rhesus c-negatief? Dan kan je lichaam antistoffen gaan maken tegen het bloed van je baby. Daarom krijg je in week 27 van je zwangerschap nog een keer een bloedonderzoek. Het laboratorium onderzoekt of je lichaam antistoffen maakt. Als dat zo is, krijg je extra controles van je verloskundige of gynaecoloog. Die extra controles zijn nodig om te kijken of alles nog goed gaat met je baby.
Je krijgt van je verloskundige of gynaecoloog een folder met meer informatie over bloedgroepen en antistoffen in je bloed.
Meer informatie
- Meer informatie over antistoffen tegen bloedgroepen vind je op www.pns.nl/bloedonderzoek-zwangeren
- In de folder Rhesus-bloedgroep tijdens de zwangerschap lees je meer over het extra onderzoek voor zwangeren die Rhesus D- of Rhesus c-negatief zijn.
- De folder Bloedgroepantistoffen en zwangerschap is bedoeld voor zwangeren bij wie bloedgroepantistoffen zijn gevonden.
Uitleg over het onderzoek naar infectieziekten
Met bloedonderzoek kun je te weten komen of je een infectieziekte hebt die je kunt doorgeven aan je baby. Het laboratorium onderzoekt de infectieziekten die hieronder staan.
Heb je syfilis (lues)?
Syfilis is een seksueel overdraagbare aandoening (soa) die wordt veroorzaakt door een bacterie. Je kunt syfilis krijgen als je onveilig vrijt met iemand die syfilis heeft. Als jij syfilis hebt, kan je baby dit ook krijgen. Dit kan al tijdens de zwangerschap. Het is daarom belangrijk dat je dit zo snel mogelijk weet.Heb jij syfilis? Dan moet je naar een gynaecoloog. De gynaecoloog geeft je dan antibiotica. De kans is dan kleiner dat je je baby besmet.
Heb je hepatitis B?
Hepatitis B is een infectieziekte van je lever die je krijgt van het hepatitis B-virus. Je kunt hepatitis B hebben zonder dat je het weet. Tijdens dezwangerschap is dit virus meestal niet slecht voor je baby. Maar tijdens de bevalling kan je baby het hepatitis B-virus van jou krijgen.
Heb jij het hepatitis B-virus? Dan krijgt je baby binnen 2 uur na de geboorte een prik met antistoffen tegen het virus. Deze antistoffen beschermen je kind tegen het virus. Ook is het belangrijk dat je kind zélf antistoffen tegen het virus gaat maken. Daarvoor krijgt je kind na de geboorte een serie vaccinaties. De eerste zo snel mogelijk na de geboorte. Als je baby 6 tot 9 weken is, krijgt hij of zij weer een vaccinatie. En daarna bij 3 maanden, 5 maanden en 11 maanden nog een keer. Deze vaccinaties krijgt je baby op het consultatiebureau.
Heb je hiv?
Hiv is het virus waarvan je aids krijgt. Je kunt hiv krijgen als je onveilig vrijt met iemand die hiv heeft. Of door bloed dat is besmet met hiv. Als jij hiv hebt, kan je baby dit ook krijgen. Dat kan al tijdens de zwangerschap. Maar ook tijdens de bevalling of als je borstvoeding geeft.Heb jij het hiv-virus? Dan moet je naar een hiv-centrum. Het hiv-centrum geeft je virusremmers. Door deze medicijnen is hiv nu een chronische ziekte. Door de virusremmers is de kans ook kleiner dat je je baby besmet.
Syfilis, hepatitis B, of hiv, en dan?
Heb jij syfilis, hepatitis B of hiv? Let dan op! Dan is dat niet alleen belangrijk voor jou en je baby. Het is ook belangrijk voor je partner en voor anderen. Zorg ervoor dat je partner en anderen niet ook besmet raken met de syfilis-bacterie, het hepatitis B-virus of het hiv-virus. Maak daarom een afspraak met je huisarts of met de GGD om hierover te praten. Kijk voor meer informatie op www.pns.nl/bloedonderzoek-zwangeren onder ‘infectieziekten’.
Meer informatie
- Meer informatie over het bloedonderzoek en de screening op infectieziekten vind je op www.pns.nl/bloedonderzoek-zwangeren.
- Folder hepatitis B en zwangerschap.
- Informatie over de registratie van je gegevens en het bloedonderzoek.